OVERPEINZING VAN EEN LENTENACHT
Wanneer de zon weer weet wat warmte is
en haar tranen de wereld koelen
Wanneer de dauw het gras doet stralen
en de mist het land bevolkt
Wanneer het pad me leidt naar dageraad
en de eerste vogels fluiten
Dan heeft de nacht weer pracht bewezen
en ben jij het evenwicht
van licht en donker
Dan heeft de nacht weer een verhaal verteld
over de liefde van weleer
en jouw ongerepte natuur
En uitgesponnen in het feestgedruis
besluit het verhaal
dat de liefde nog niet over is
en dat natuur geplukt moet worden
HET STERRENMEISJE EN DE ZEE
De engelenzee heeft zand in haar mond
en op het strand drogen parels in de zon
’s Nachts als het water slaapt
krioelt het hemelpallet van diamantenpracht
en fonkelt het sterrenmeisje mee
Zij was ooit een parel in het zand
tot ze bij de bodem de biezen nam
en door het engelengezang
naar het water werd gelokt
waar haar verleden het tot later bracht
Daar kwam ik haar tegen
tussen de scheiding van zee en strand
waar gisteren slechts een droombeeld is
en ik de weg betreed naar het nieuwe land
waar dat meisje slechts een parel is
en de zon laat verdwijnen
waar het ogenblik goud verbloemt
en tijd niet gelezen wordt
Daar staar ik naar de horizon
naar de zon die het water raakt
en lonkt naar morgen
Weldra keer ik huiswaarts
en droom ik al van de volgende ontmoeting
met het sterrenmeisje en de zee
STORM (VOOR CLARA)
Clara
Mooiste rots op mijn klippen
in golfslag is het leven rood
daar leven wij in aangewakkerd verlangen
daar leg jij mijn landziel bloot
Clara
Zoetste smaak in mijn zilte water
in de branding die ons het leven bood
daar zwemmen wij en snakken naar meer adem
daar stralen wij in ’t avondrood
–
Tussen golf en land leeft de twijfel
zoet en zilt vermengd
maar de horizon kleurt steeds oneindig
met onze liefde erin gedrenkt
Mijn klippen herbergen vele rotsen
beneden de lokroep van de oceaan
stille waters hebben diepe gronden
maar slechts jouw woelig water
schenkt mij m’n bestaan
–
Clara
De golven kletteren de klippen kaal
in jouw stroming is het verlangen groot
daar waar de storm het sterkst opsteekt
daar is onze liefde het grootst
ZOMERDROOM
en de warme droom van weleer die
m’n geloof laaft zal weer spreken
Ik sta in de tijd van gaan
met één been in de afgrond
en wanneer de zon zal komen
die de zomer draagt spreken we
weer boekdelen
Weldra denken we de leegte weg
en zal m’n hitte moeten koelen
onder spraakwatervallen verdeeld
Tijd deelt gevoelens
en splijt spijt in vreugde
De weg gaandeweg bewandelen
en taal de enige uitweg
naar de warme wereld van mei
Mijn warme ochtendstond
heeft goud in de mond
SNEEUW 2
legt vlokken geluk
tot wit bedekt
dek de wereld toe
leg haar te slapen
zodat de mensheid
vredig onbeslist
en voor even
in deze stilte
bevriest
SNEEUWMAN
vormt een wollen deken
het zicht van deze dag
onschuld daalt neder
over het landschap
wandaden worden bedekt
het leed verzacht want
sneeuw zalft de wonde
en daar staat hij
te midden van deze
gepoogde rust
de onschuld zelve
door kinderen bedacht
de sneeuwman
bemiddelaar in deze strijd
slechts voor even een held
want straks gaat het dooien
en dan zal zijn verlossing
tot vocht vergaan
REGENWEER
het tikkend geluid van druppels regen
die tegen m’n ramen bewegen
heet ik hier welkom
in warme slagroomwolken
van huiselijke gezelligheid
Pantoffelhelden met geitenwollen sokken
die op televisie weer weer uitlokken
en via een hogedrukgebied in ’t verschiet
hun tranendal op de wereld verspreiden
water door ’t hemels vergiet
Door tijd beslecht het lot
dat tot dan slechts zin was
de voorspoed voor morgen
en mijn zorgeloos bestaan
bij een wereld
die in tranen verzuipt
ZOMER WEER
langs de langste dagen van het jaar
De helblauwe lucht is nostalgisch
over het vallend blad van weleer en
over wat bevroren beekjes door een
sneeuwtapijt bedekt reeds wensten
Want winters’ hoop
doet zomer leven
Waar de lente slechts knopt
daar bloeit zomer vandaag
Maar hoe sterk de zon nog brandt
en hoe de dagen lopen
De mens blijft afhankelijk
van wat het weer beweert
- Page 1 of 2
- 1
- 2