De nacht liet de stad zien
en langs kasseien volgde ik
de leidraad van liefde
als een onbezonnen kind
en langs kasseien volgde ik
de leidraad van liefde
als een onbezonnen kind
Samen verdwaalden we in zoete dromen
zoals enkel ons lijf dit schrijven kon
Vele woorden beschreven hier je aanzicht
de minnenzang troostte je gemoed
en die zoete dromen ontblootten onze ziel
Wat denk ik graag terug
aan die momenten aan de Leie
wanneer de Graslei slapen moest
Of aan de doolhof van onze gedachten
die Patershol niet wist te bedwingen
ook al was de Likeur d’Amour nog zo zoet
wanneer Betty ons in vervoering bracht
Wat mis ik Gent en de gedane liefde
wat mis ik die zielenrust bij jou
Wat mis ik die nachten
want het was goed
bij Gent
mijn vrouw