Ik
kriebelend en wiebelend
krijtlijnen uitstippelend
kabbelend en babbelend
in vlinderslag fladderend
klots, kletter, klink
ik hef het glas op jou en drink
Ik
holder de bolder
storm op zolder
honkend en lonkend
het hart bonkend
zwevend, vererend
een zee voor jouw leven
Ik
zacht en zoet
zomersproet en
horen zoals het moet
of zwoel en koel en
doen wat jij bedoelt
Ik
vlinderslag, radslag
edelmoed, gewetensgoed
voor deze jonkvrouw een veldslag
Jij
wachten, wachten,
spelen en wachten
afwachten, testen
spelen en wachten
Ik
wacht al mijn
hele leven op jou
waarom dan nog wachten
als ik hier en nu
van je houd
–
(ode aan de onbereikbare liefde)