Het hart bonst, brult en
braakt de liefde uit
waar het lijf siddert en
spreekt van verlangen
braakt de liefde uit
waar het lijf siddert en
spreekt van verlangen
In elke beweging is een
heldendaad nabij maar
de adem is gestokt omdat
de daad blijft hangen
Deze zinnen schrijven
stomend verliefd met de
l van lange bruine lokken en
de g van een goddelijke lach
Je silhouet in de lentezon
op m’n ziel gebrand en
vereeuwigd op het lichtend
pad waar liefde op me wacht
De dagen zouden warmer
zijn als we met tweeën
in elkaar gevlucht eind
loos elkaar aanschouwen
Maar voor we luchtkastelen
bouwen zullen we de woorden
breien als een trui met vier
mouwen
en hier meteen de liefde
aan elkaar toevertrouwen