de A accentueert de zwoele trekken op haar gelaat
de B bemint haar borsten en billen tijdens de daad
de C staat voor haar contouren bij schemering in ijle slaapvertekken
de D durft dromen over de gekte die deze liefde met zich mee zal brengen
de E ergert zich nooit aan verborgen gebreken maar eert de emotie van ’t moment
de F flirt van ochtendstond tot zij bestond
de G graveert het liefdeshart in de boom
de H hanteert haar tedere lijf in zwoele nachten en kust haar wakker bij ochtendstond
de I imponeert en imiteert niet, de I is echt
de J staat voor jij die me vinden zal en me weet te koesteren in goede en kwade dagen
de K klokt de dagen weg van vrijgezel naar metgezel zoals de letter J
de L van liefde was nooit zo dichtbij nu jij mijn passie prikkelt
de M is een mals veulen dat dartelt in het veld
de N laat zich niemand noemen want nee kent ons niet
de O is de overgave aan elkaar in een liefdesstroom die ons tot later brengt
de P van er was eens een prinses
de Q is quasi perfect met hier en daar een gewild haar in de boter
de R gaat recht door zee en spreekt trillend van genot
de S stemt liefde juist, als stroom der macht die “ons” spreekt
de T ons toekomstperspectief waar wij als gulden snede fungeren
de U is het universum met jou als de felste ster
de V van vrijheid via elkaar
de W wordt de wereld die wij scheppen
de X van extase als prikkelend verlangen naar meer
de Y van zij aan zij toch elk ons pad via ijzersterk smeedwerk
de Z van zorgen voor morgen waar ik m’n wederhelft ontmoet en dit manifest voor haar ten berde breng