Laatst droomde ik over jou
je was hetzelfde gebleven
alleen niet met hem
maar bij mij
en dat verschil
vertelde
een eeuwigheid meer liefde
Alle gedichten met dit thema
Laatst droomde ik over jou
je was hetzelfde gebleven
alleen niet met hem
maar bij mij
en dat verschil
vertelde
een eeuwigheid meer liefde
De engelenzee heeft zand in haar mond
en op het strand drogen parels in de zon
’s Nachts als het water slaapt
krioelt het hemelpallet van diamantenpracht
en fonkelt het sterrenmeisje mee
Zij was ooit een parel in het zand
tot ze bij de bodem de biezen nam
en door het engelengezang
naar het water werd gelokt
waar haar verleden het tot later bracht
Daar kwam ik haar tegen
tussen de scheiding van zee en strand
waar gisteren slechts een droombeeld is
en ik de weg betreed naar het nieuwe land
waar dat meisje slechts een parel is
en de zon laat verdwijnen
waar het ogenblik goud verbloemt
en tijd niet gelezen wordt
Daar staar ik naar de horizon
naar de zon die het water raakt
en lonkt naar morgen
Weldra keer ik huiswaarts
en droom ik al van de volgende ontmoeting
met het sterrenmeisje en de zee
Lang leve de vrouw der vrouwen,
edele jonkvrouw in de nacht,
die ik noem mijn getrouwe
en mij de wereld schenkt
met al haar pracht
xxx
Een dichter zei me eens
dichtbij te dichten
Een denker bedacht me daar
zijn nieuwe dag
Een drager droeg me eens
zijn dagen lichter
Een deler beleefde ik
met gedeeld ontzag
–
Een doener deelde mij
zijn dolle daden
Een dwarsligger gaf me
een nieuw gezicht
Een blinde deed voor mij
de horizon praten
Een dove toonde mij
een nieuw gedicht
–
Ikzelf ben een dromer
en verzamel de verbeelding
Ik kijk in vergezichten
en pluk de verzen van je lach
Contouren van lippen vormen in
zachte huidplooien bolle wangen
in klei ligt ons verlangen
als ik je kus denk ik
engelengezangen
In rechte lijnen liefde trekt
onze tekening boekdelen met
handen die elkaar behangen
jou strelend denk ik
engelengezangen
zoals zij van zijde uit natuur ontgonnen,
aan de draad tot wol ontsponnen,
zo zullen wij de woorden omhangen
als ik jou spreek denk ik
engelengezangen
tot onze liefde wollig waarheid wordt,
wij sprekend op elkaar wolken vangen,
dansend tot de ochtend zal aanvangen
onze liefde denkt er
engelengezangen
zoals de heuvelrug ons het landschap biedt,
jij voor mij bloesem schiet, de zon in dagen giet
en met sterren de dag in nacht verliet
zo schrijf ik jou en pluk de sterren van je lijf,
spin de draad, eet landschap van je ziel,
teken er onze bloesem in ’t verschiet
en engelengezangen
ons nieuwe levenslied
Clara
Mooiste rots op mijn klippen
in golfslag is het leven rood
daar leven wij in aangewakkerd verlangen
daar leg jij mijn landziel bloot
Clara
Zoetste smaak in mijn zilte water
in de branding die ons het leven bood
daar zwemmen wij en snakken naar meer adem
daar stralen wij in ’t avondrood
–
Tussen golf en land leeft de twijfel
zoet en zilt vermengd
maar de horizon kleurt steeds oneindig
met onze liefde erin gedrenkt
Mijn klippen herbergen vele rotsen
beneden de lokroep van de oceaan
stille waters hebben diepe gronden
maar slechts jouw woelig water
schenkt mij m’n bestaan
–
Clara
De golven kletteren de klippen kaal
in jouw stroming is het verlangen groot
daar waar de storm het sterkst opsteekt
daar is onze liefde het grootst
Ik
kriebelend en wiebelend
krijtlijnen uitstippelend
kabbelend en babbelend
in vlinderslag fladderend
klots, kletter, klink
ik hef het glas op jou en drink
Ik
holder de bolder
storm op zolder
honkend en lonkend
het hart bonkend
zwevend, vererend
een zee voor jouw leven
Ik
zacht en zoet
zomersproet en
horen zoals het moet
of zwoel en koel en
doen wat jij bedoelt
Ik
vlinderslag, radslag
edelmoed, gewetensgoed
voor deze jonkvrouw een veldslag
Jij
wachten, wachten,
spelen en wachten
afwachten, testen
spelen en wachten
Ik
wacht al mijn
hele leven op jou
waarom dan nog wachten
als ik hier en nu
van je houd
–
(ode aan de onbereikbare liefde)