Ik vlei me neer aan de rivier
en verdrink me in ’t hoge gras
Verre klokken vertellen verhalen
en geven tijd te pas om
ver te dwalen in dit groen
De zon vangt m’n verlangen
naar wat wij eens waren
Een bries streelt de bloemen aan de oever
zoals minnaars elkaar zacht lief aandoen
Dit schouwspel overdenkt de zomers van weleer
toen ook wij minnaars waren en
onze gloed elkaar bedacht
Waar gaat deze rivier met m’n gedachten heen
Wanneer vertellen verre klokken
mijn verhaal
De monding is nog niet in zicht dus
laat me verdwalen in de stroom,
laat de bries me eer aandoen,
laat me, gevangen door de gloed
en bewaar hier mijn ideaal