Verdwaalde verlangens keren terug
uit een lange diepe slaap
uit een lange diepe slaap
Verliefdheid brengt me weer in vervoering
De gedachte aan haar nu levendig en klaar
Dan denk ik met weemoed terug
aan mijn liederen voor haar
aan de liefkozing
voor haar blonde haren, voor haar tedere gelaat
voor de fonkeling in haar ogen en onze laatste daad
De rozengeurprinses leeft weer!
de hartenkoningin is op liefdespad!
Maar mij zal ze niet meer vangen
cupido’s pijl miste reeds zijn doel
Verledens verrukking is onheil vandaag
want door de tijd werd zij een verboden vrucht,
een appel te mooi om geplukt te worden
Maar laat me de idee nog even houden
en me van elke daad ontdoen
Dan blijf ik in Eden in de tuin
zonder m’n oogappel maar mét dat leuke gevoel